Terug
Gepubliceerd op 28/03/2024

Besluit  Gemeenteraad

di 26/03/2024 - 19:30

Zwerfvuilhandhavers OVAM - toekomstige aanduidingen en wijzigingen - goedkeuring

Aanwezig: Peggy Goormans, voorzitter
Marianne Verhaert, burgemeester
Eric Van Meensel, Johan Verhaegen, Brent Wouters, Greet Van de Peer, Martine Taelman, schepenen
Ulrik Anthonis, Els Beullens, Lut Cateau, Carine Geyselings, Natalie Moens, Gino Van der Elst, Ivan Verbeeck, Guy Echelpoels, Bart Wagemans, Johan Struyfs, Elina Liesenborghs, Koen De Vries, Wendy Overbeeke, raadsleden
Daan Ceulemans, algemeen directeur
Verontschuldigd: Philip Ardies, raadslid

DE GEMEENTERAAD

MOTIVERING

Relevante voorgeschiedenis, feiten en context

In besloten zitting van de gemeenteraad van 23 januari 2024 werden vaststellers aangeduid in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties zoals voorzien in artikel 21§1 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

 
Artikel 21, §1, 2° GAS-wet wijst de bevoegdheid omtrent het aanstellen van de provinciale en  gewestelijke ambtenaren, de personeelsleden van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de autonome gemeentebedrijven uitdrukkelijk toe aan de gemeenteraad. Door deze uitdrukkelijke toewijzing kan die bevoegdheid niet gedelegeerd worden aan het college. Tot voor kort hield dit in dat iedere individuele vaststeller door de gemeenteraad moest worden aangewezen.
 
Echter, sinds 8 januari 2024 is dit artikel versoepeld door de inwerkingtreding van de wet van 11 december 2023. Artikel 12 van deze wet wijzigt artikel 21, §1, 2° als volgt (cursief is de nieuwe tekst): “de provinciale of gewestelijke ambtenaren, de personeelsleden van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en autonome gemeentebedrijven die hiertoe binnen het raam van hun bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen. De gemeenteraad wijst de betrokken overheid of entiteit aan waarvan de personeelsleden bevoegd zijn voor de vaststelling van de inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve sanctie. De betrokken overheid of entiteit duidt de personeelsleden aan die belast worden met een vaststellingsopdracht en houdt de namen en de rijksregisternummers van deze personen bij. De overheid of entiteit zorgt ervoor dat een gemeente kan nagaan of een personeelslid van de overheid of de entiteit wel degelijk beschikt over een vaststellingsbevoegdheid op het grondgebied van de gemeente. Jaarlijks deelt de betrokken overheid of entiteit aan de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken mee hoeveel ambtenaren of personeelsleden belast werden met een vaststellingsbevoegdheid.”
 
In het concrete geval van handhavers van OVAM in het kader van zwerfvuil zal de gemeenteraad dus louter OVAM moeten aanwijzen als overheid/entiteit bevoegd voor de vaststelling van zwerfvuil. Het is verder aan OVAM om de personeelsleden aan te duiden die belast worden met de vaststellingsopdracht.
Juridisch kader

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°.

Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.

Overwegende de noodzaak om deze gewestelijke personeelsleden aan te stellen als vaststeller gemeentelijke administratieve sancties met het oog op de sanctionering via een gemeentelijke administratieve sanctie van overtredingen op de bepalingen van gemeentelijke reglementering de binnen hun welomschreven bevoegdheid te situeren zijn; dat deze gewestelijke vaststellers enkel binnen de omschreven bevoegdheid mogen optreden.

BESLUIT

Goedgekeurd met 14 stemmen voor (9 GIB, 3 N-VA en 2 CD&V) en 6 onthoudingen (4 Vooruit, 1 De Lokale Lijst en 1 Vlaams Belang).

 

Artikel 1: Kennisname van de versoepeling van de GAS-wetgeving inzake de bevoegdheid omtrent het aanstellen van de provinciale en gewestelijke ambtenaren, de personeelsleden van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de autonome gemeentebedrijven. 

Artikel 2: De OVAM wordt aangesteld als gewestelijk vaststeller, waarbij de personeelsleden aangeduid door de leidende ambtenaar van deze entiteit, een vaststellingsbevoegdheid krijgen voor de gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Grobbendonk voor de vaststelling van overtredingen op:

Titel 3 – Uitwerpselen
Art. 139
De eigenaars/houders/begeleiders van honden en rijdieren moeten ervoor zorgen dat deze dieren het openbaar domein niet bevuilen met hun uitwerpselen.
De eigenaars/houders/begeleiders van honden en rijdieren zijn verplicht op al deze plaatsen de uitwerpselen van hun dier onmiddellijk te verwijderen.
Art. 140
De eigenaars/houders/begeleiders van honden moeten in het bezit zijn van voldoende recipiënten om de uitwerpselen te verwijderen.
Ze kunnen zakjes met uitwerpselen eventueel deponeren in speciale hondenpoepbakjes of in gewone straatvuilbakjes. Bij ontstentenis hiervan dient men de zakjes mee naar huis te nemen.
Art. 141
Indien de eigenaars/houders/begeleiders van honden en rijdieren weigeren of nalaten de uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen, zal door de gemeente tot reiniging overgegaan worden en kunnen de kosten verhaald worden op de eigenaars/houders/begeleiders.
Hoofdstuk 1 – Zwerfvuil en sluikstorten
Art. 230
Het is verboden zwerfvuil zoals (niet-limitatieve opsomming) sigarettenpeuken, kauwgum, blikjes, wikkels en andere verpakkingen enz. achter te laten op het openbaar domein en aanpalende terreinen.
Art. 234
Degene die zich schuldig maakt aan inbreuken op de artikelen 230 t.e.m. 233 is bovendien gehouden om dadelijk over te gaan tot reiniging. Bij gebreke hiervan kan de gemeente overgaan tot ambtshalve verwijdering of reiniging op kosten en risico van de in gebreke blijvende persoon.
Hoofdstuk 3 – Verkooppunten drank en voeding
Art. 239
§1. Uitbaters van gelegenheden die waren verkopen bestemd om ter plaatse of in de onmiddellijke omgeving verbruikt te worden (o.a. frituren, fastfood, drankautomaten), zijn verplicht degelijke en goed bereikbare vuilnisbakken bij hun inrichting te plaatsen.
§2. De uitbater moet instaan voor het rein houden van deze vuilnisbakken, het ledigen en bergen ervan, alsook voor het reinigen van het terrein rond zijn inrichting.
Art. 240
De personen, die vanwege de bevoegde overheid een vergunning voor het verkopen van goederen op het openbaar domein hebben verkregen, moeten instaan voor de reinheid van en rond hun standplaats.
Art. 241
Degene die zich schuldig maakt aan inbreuken op de artikelen 239 en 240 is bovendien gehouden om dadelijk over te gaan tot reiniging. Bij gebreke hiervan kan de gemeente overgaan tot ambtshalve verwijdering of reiniging op kosten en risico van de in gebreke blijvende persoon.

Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

Team Ruimte & Vergunningen