DE GEMEENTERAAD
MOTIVERING
De gemeente is bevoegd voor het vaststellen en toekennen van de adressen en de huis- en busnummers van gebouwen en andere adresseerbare objecten. In deze context is het aangewezen dat de gemeente een logische, transparante en uniforme werkwijze hanteert en deze werkwijze in een reglement vastlegt.
Omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 23 februari 2018 betreffende een aantal principes die moeten leiden tot een logische, transparante en uniforme werkwijze bij het vaststellen en toekennen van de adressen en de huisnummers.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen.
BESLUIT
Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Artikel 1: Goedkeuring te geven aan het reglement inzake het beheer van het gemeentelijk referentieadressenbestand (GRAB), zoals hieronder vermeld.
Artikel 1: Bevoegdheid
De gemeente is bevoegd voor het vaststellen en toekennen van de adressen en de huis- en busnummers van gebouwen en andere adresseerbare objecten.
In deze context is het aangewezen dat de gemeente een logische, transparante en uniforme werkwijze hanteert. Met dit reglement wordt deze werkwijze vastgelegd.
Artikel 2: Definities
De onderstaande begrippen hebben in dit reglement de volgende betekenis:
Straatnaam: naam die officieel werd toegekend, ofwel aan een straat (baan, doorgang, plein), ofwel aan een gehucht en waaraan huisnummers kunnen zijn gekoppeld.
Huisnummer: Een alfanumerieke code door de gemeente officieel toegewezen aan een verblijfsobject, ligplaats, standplaats, gebouw of perceel. Samen met de straatnaam vormt dit het adres.
Busnummer: Een alfabetische code door de gemeente toegevoegd aan het huisnummer om de logische opvolging van huisnummers te garanderen of verblijfsobjecten met bedrijfsmatige doeleinden, ligplaatsen en standplaatsen te identificeren.
Subnummer: Een alfanumerieke code door de gemeente officieel toegevoegd aan het huisnummer om meerdere verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen of percelen te onderscheiden die hetzelfde huisnummer hebben.
Volledig huisnummer: Huisnummer met in voorkomend geval het bijhorende bus- en/of subnummer.
Verblijfsobject: De kleinste eenheid binnen een gebouw die geschikt is voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden en die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gemeenschappelijke ruimte. Een verblijfsobject is in functioneel opzicht zelfstandig.
Ligplaats: Een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.
Standplaats: Een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
Gebouw: Een gesloten en/of overdekt, bovengronds of ondergronds bouwwerk, dat dient of bestemd is, ofwel om mensen, dieren en voorwerpen onder te brengen, ofwel om economische goederen te vervaardigen of diensten te verstrekken. Een gebouw verwijst naar gelijk welke structuur die op blijvende wijze op een terrein opgetrokken of gebouwd wordt.
Perceel: Een perceel is een deel van het grondgebied officieel vastgesteld met een kadastraal of administratief doel.
Plein: Lusvormige weg met maximaal 1 toegang.
Adresseerbaar object: elk “verblijfsobject”, “ligplaats”, “standplaats”, “gebouw” en “perceel”.
Toepassingsgebied
Het toekennen van adressen is een handeling waarmee ofwel een nieuw adres wordt toegekend ofwel een bestaand adres wordt gewijzigd of verwijderd.
Enkel de gemeente heeft de bevoegdheid om adresgegevens toe te kennen aan adresseerbare objecten.
De ENA-nummering valt buiten de toepassing van dit reglement.
Artikel 3: Te nummeren objecten
Enkel de gemeente is bevoegd om het huisnummer van de adresseerbare objecten op haar grondgebied te bepalen, te wijzigen of te verwijderen. Elk adresseerbaar object moet genummerd worden. Hiervoor gelden in ieder geval volgende principes:
1. Iedere stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte wooneenheid, al dan niet bewoond, geheel of gedeeltelijk afgebroken, in opbouw of in heropbouw, krijgt een afzonderlijk nummer.
Stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte gebouwen voor administratief, commercieel en industrieel gebruik en gebouwen voor gemeenschapsdoeleinden worden voorzien van een nummer, tenzij ze slechts een bijgebouw van een woning zijn.
2. Verblijfsobjecten krijgen elk een subnummer, in zoverre deze woongelegenheden vergund of vergund geacht zijn.
3. Onbebouwde percelen of vergunde loten binnen een verkaveling. Daar waar zich tussen bestaande gebouwen onbebouwde percelen grond bevinden, worden met het oog op de toekomst, nummers voorbehouden voor de eventueel op te richten verblijfsobjecten.
4. Verblijfsobjecten voor bedrijfsmatige doeleinden krijgen telkens een eigen huisnummer eventueel aangevuld met een busnummer wanneer deze zich in hetzelfde hoofdgebouw bevinden. Het hoofdnummer wordt bepaald door het perceel.
5. Bijgebouwen zoals bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) garages, bergplaatsen, loodsen, wagenhuizen, schuren, werkplaatsen, stallen, serres en dergelijke - indien deze niet als verblijfsobject voor bedrijfsmatige doeleinden worden beschouwd - worden als aanhorigheden van het hoofdgebouw beschouwd, en krijgen geen afzonderlijk nummer toegewezen.
6. Gebouwen waarin stedenbouwkundig vergunde verblijfsobjecten worden verhuurd met gemeenschappelijke voorzieningen zoals toilet, badkamer en keuken, kunnen geenszins beschouwd worden als appartementsgebouwen. Deze objecten krijgen geen aparte busnummers. De verblijfsobjecten dienen evenwel voorzien te worden van kamernummers, aparte brievenbussen en deurbellen. De namen van de bewoners dienen bij de deurbellen en op de brievenbussen zichtbaar aangebracht te worden.
7. Aan zorgwoningen, zoals gedefinieerd in artikel 4.1.1,18° en 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt geen apart bus- of huisnummers toegekend. De bewoners van de ondergeschikte wooneenheid worden als een afzonderlijk gezin beschouwd in het bevolkingsregister, maar zij worden ingeschreven onder hetzelfde huisnummers als de bewoners van de hoofdeenheid.
De huisnummers worden enkel toegekend daar waar er een hoofdtoegang is tot de openbare weg (behoudens uitzonderingen toegekend door de gemeente).
Indien een adresseerbaar object slechts bereikbaar is via een private weg, wordt het huisnummer toegekend daar waar er een toegang is tot deze private weg, met dien verstande dat het huisnummer duidelijk moet worden aangebracht daar waar de private weg uitmondt op de openbare weg.
Artikel 4: Procedures
§1: Procedure voor de toekenning van nieuwe huis- en busnummers
Voor nieuwe gebouwen wordt een voorgesteld huisnummer aangemaakt bij de opstart van een nieuwe omgevingsaanvraag. Dit huisnummer wordt gebruikt in de documenten van de lopende procedure, maar geldt nog niet als definitief huisnummer.
Voor nieuwe verblijfsobjecten wordt het definitieve volledig huisnummer voor het eerst meegedeeld aan de aanvrager op de afgeleverde omgevingsvergunning. Een attest huisnummering wordt toegevoegd aan de omgevingsbeslissing.
Vanaf het moment dat de omgevingsvergunning wordt afgeleverd, zal het volledig huisnummer de status ‘in gebruik’ krijgen in het CRAB (Centraal Referentieadressenbestand).
De eigenaar of syndicus van een gebouw met meerdere verblijfsobjecten delen het correcte volledige huisnummer mee aan elke individuele eigenaar/bewoner van het verblijfsobject.
Voor nieuwe verblijfsobjecten met bedrijfsmatige doeleinden wordt het definitieve volledig huisnummer voor het eerst meegedeeld aan de aanvrager op de afgeleverde omgevingsvergunning. Een attest huisnummering wordt toegevoegd aan de omgevingsbeslissing.
Voor nieuwe verblijfsobjecten met bedrijfsmatige doeleinden zonder omgevingsaanvraag (bv. bij een vernieuwde interne indeling van de bedrijfsruimte) moet er eerst een melding gebeuren van het nieuwe verblijfsobject met bedrijfsmatige doeleinden bij het team Ruimte en Vergunningen. Op basis van deze melding wordt een definitief volledig huisnummer aangemaakt en bijbehorend attest huisnummering opgemaakt. Het volledig huisnummer zal dan de status ‘in gebruik’ krijgen in het CRAB (Centraal Referentieadressenbestand).
§2: Hernummering en afschaffing/schrapping van bestaande huis- en busnummers
Hernummering
Wanneer de noodzaak blijkt en in het algemeen belang kan de nummering van genummerde objecten worden herzien. Hulpdiensten dienen te allen tijde panden en/of wooneenheden gemakkelijk te kunnen terugvinden zodat er geen kostbare tijd verloren gaat bij het zoeken naar de juiste interventielocatie.
Als een hernummering nodig blijkt te zijn, en om verwarring te voorkomen, wordt de voorkeur gegeven aan het gebruik van busnummers indien deze een logische, oplopende volgorde kunnen garanderen. Hernummering kan bijvoorbeeld ook tot gevolg hebben dat een nieuwe straatnaam wordt toegekend.
De bewoners en eigenaars van hernummerde objecten worden schriftelijk op de hoogte gebracht door de gemeente.
Na goedkeuring van de voorgestelde hernummering door het college van burgemeester en schepenen past de gemeente de locatie van het huisnummer aan in het CRAB (Centraal Referentieadressenbestand).
De gemeente brengt uit eigen beweging volgende instanties op de hoogte: FOD Financiën, nutsmaatschappijen (Fluvius, Pidpa), IOK afvalverwerking, politie Neteland, Brandweer zone Kempen, Bpost en Bibliotheek Neteland. De bewoners en eigenaars van hernummerde objecten zijn verantwoordelijk voor de bekendmaking van de hernummering aan alle andere instanties waarmee ze in aanraking komen.
Beleid inzake financiële gevolgen van de hernummering/adreswijziging
Een hernummering/adreswijziging kan kosten met zich meebrengen zoals het aanpassen van drukwerk, publiciteitsmateriaal, visitekaartjes.
De gemeente neemt volgend beleid aan omtrent de financiële gevolgen van een beslissing tot hernummering/adreswijziging:
de individuele gevolgen hiervan kunnen niet ten laste van de gemeente gelegd worden.
er wordt een subsidiereglement aangenomen.
Afschaffing/schrapping
Huis- of busnummers worden geschrapt zodra het adresseerbaar object verdwijnt. Een huis- of busnummer kan enkel in geval van noodzaak en in het algemeen belang geschrapt worden. Schrappen louter en alleen omwille van redenen die te maken hebben met de leegstandsheffing kan niet.
De bewoners en eigenaars van afgeschafte objecten worden schriftelijk op de hoogte gebracht door de gemeente. De eigenaar of syndicus van een gebouw met meerdere verblijfsobjecten delen het correcte volledig huisnummer mee aan elke individuele eigenaar/bewoner van het verblijfsobject.
Na goedkeuring van de voorgestelde afschaffing door het college van burgemeester en schepenen, past de gemeente de status van het huisnummer aan, naar de status ‘Buiten gebruik’, in het CRAB (Centraal Referentieadressenbestand).
Het lokaal bestuur brengt volgende instanties uit eigen beweging op de hoogte: FOD Financiën, nutsmaatschappijen (Fluvius, Pidpa), IOK afvalverwerking, politie Neteland, Brandweer zone Kempen, Bpost en Bibliotheek Neteland. De eigenaars van afgeschafte objecten zijn verantwoordelijk voor de bekendmaking van de afschaffing aan alle andere instanties waarmee ze in aanraking komen.
Artikel 5: Wijze van nummering
§1: Start van de nummering
In eerste instantie begint de nummering van objecten in een straat altijd aan dát uiteinde van de straat, dat het dichtst bij het gemeentehuis van Grobbendonk ligt.
In tweede instantie kan het uiteinde genomen worden dat aan een grote verkeersweg ligt, indien dit zorgt voor een meer logische en duidelijke opbouw.
Voor doodlopende straten en pleinen begint de nummering steeds aan het uiteinde dat aftakt van de kruisende weg.
§2: Nummering van huis- en busnummers
Voor de logische volgorde van huis- en busnummers gelden volgende afspraken:
Huisnummers beginnen steeds met een positief nummer hoger dan ‘0’ (“nul”).
Huisnummers beginnen niet met een letter of leesteken
Huisnummers moeten steeds numeriek oplopend zijn.
Busnummers moeten steeds alfabetisch oplopend zijn.
Om te vermijden dat ze als cijfers gelezen worden, wordt er géén gebruik gemaakt van de de letters I, J, O, Q en U.
Busnummers worden steeds met een hoofdletter genoteerd.
Busnummers worden enkel toegekend aan objecten die logisch volgen na het hetzelfde huisnummer zonder busnummer.
Busnummers, behorend bij hetzelfde huisnummer, kunnen nooit worden toegekend aan weerszijden van een kruispunt.
Voor de logische nummering van pleinen gelden volgende bijkomende afspraken:
Er wordt vertrokken vanuit een bepaald punt en er volledig naar teruggekeerd.
Er wordt genummerd met zowel pare en onpare nummers.
Er wordt tegenwijzerzin genummerd.
Indien blijkt dat er meer dan 21 busnummers (A-Z) aan hetzelfde verblijfsobject moeten worden toegekend, zal dat aanleiding geven tot hernummering van de objecten met hogere huisnummers aan dezelfde kant van de straat.
Objecten die gebouwd zijn op een hoekperceel worden genummerd in de straat waarin zich de hoofdingang van het hoofdgebouw bevindt.
Voor verblijfsobjecten met bedrijfsmatige doeleinden met busnummers gelden bij voorkeur dezelfde regels zoals de nummering van subnummers.
§3: Nummering van subnummers
Het nummeren van gebouwen met meerdere verblijfsobjecten is de bevoegdheid van de gemeente.
Hoofddoel is dat de nummering binnenin het complex gebeurt met de indicatie van de verdieping en het appartementsnummer. Op deze wijze zijn wooneenheden en de bewoners eenvoudig te situeren, waardoor de veiligheid verbeterd wordt. Dergelijke werkwijze moet tevens toelaten de inschrijving van de gezinnen in het bevolkings-, vreemdelingen- en wachtregister te koppelen aan de ligging van het appartement binnen het complex.
Het gebouw krijgt een logisch oplopend huisnummer conform art. 5.2. Dit huisnummer krijgt automatisch de status ‘Buiten gebruik’.
Bij de aanwezigheden van meerdere appartementsgebouwen binnen één perceel, wordt een apart huisnummer met busnummer toegekend aan het gebouw conform art. 5.2.
Bij aanwezigheid van twee of meerdere toegangsdeuren in één appartementsgebouw, die toegang geven tot verschillende verblijfsobjecten, wordt afhankelijk van de situatie een apart huisnummer, eventueel met busnummer, toegekend conform art. 5.2. Dit geldt niet voor de woonzorgcentra.
De gevel waarin de hoofdingang zich bevindt, geldt als voorgevel.
Voor de nummering van subnummers binnen hetzelfde gebouw gelden volgende afspraken:
Het subnummer is een numeriek getal van 3 cijfers.
Het eerste cijfer verwijst naar de verdieping waar de woongelegenheid zich bevindt.
De laatste twee cijfers duiden het verblijfsobject per verdieping aan.
De verblijfseenheden worden oplopend genummerd, van links naar rechts, te beginnen bij de meest linkse eenheid aan de voorgevel van het gebouw.
Visueel voorbeeld met deur aan de straatkant
Visueel voorbeeld met deur aan de zijkant
Artikel 6: Fysieke aanduiding van het volledige huisnummer
Het aanbrengen van huis, bus- en subnummers gebeurt door de eigenaar of syndicus van het gebouw of de door hen aangewezen beheerder van het gebouw en dit volgens de bepalingen opgenomen in de politiecodex.
Artikel 7: Afwijking op het reglement
Indien moet afgeweken worden van voorgaande artikels, beslist het college van burgemeester en schepenen hierover bij gemotiveerd besluit."
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 3: Het reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 288 van het decreet lokaal bestuur en treedt in werking op de datum van goedkeuring door de gemeenteraad.
Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:
Team Ruimte & Vergunningen
Team Financieel Management
Team Informatie & Communicatie