Terug College van burgemeester en schepenen

Mon 09/05/2022 - 13:30 Vlierenberg

A-punt

Team Secretariaat

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van de gemeenteraad met volgend voorstel:

    Artikel 1: De gemeenteraad duidt volgende persoon aan als lid voor de raad van bestuur van Kleine Landeigendom Zuiderkempen, ter vervanging van mevrouw Marianne Verhaert, vanaf heden tot het einde van de legislatuur:

    - [%aanspreektitel vertegenwoordiger%] [%naam vertegenwoordiger%]

    Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Alle vertegenwoordigers

    Kleine Landeigendom Zuiderkempen

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van de gemeenteraad met volgend voorstel:

    Artikel 1: Goedkeuring van de agendapunten van de algemene vergadering van De Lijn van 31 mei 2022.

    Artikel 2: De volmachtdrager wordt gemandateerd conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze algemene vergadering.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    De Lijn

    Alle vertegenwoordigers

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van de gemeenteraad met volgend voorstel:

    Artikel 1: Goedkeuring van de agendapunten van de algemene vergadering van Cipal dv van 23 juni 2022.

    Artikel 2: De volmachtdrager wordt gemandateerd conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze algemene vergadering.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Cipal dv

    Alle vertegenwoordigers

Team Ruimte en Vergunningen

Team Financieel Management

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van de gemeenteraad met volgend voorstel:

    Artikel 1: INWERKINGTREDING EN OMSCHRIJVING VOORWERP OF FEIT WAAROP EEN RETRIBUTIE WORDT GEHOFFEN

    Met ingang van 1 juni 2022 en eindigend op 31 december 2025 geldt een retributie voor eten en/of drinken bij evenementen georganiseerd door het lokaal bestuur Grobbendonk waarvan de inkomsten ten goede komen van de verenigingen.

    Artikel 2: DE RETRIBUTIE IS VERSCHULDIGD DOOR

    De persoon die van het eten en drinken gebruik maakt.

    Artikel 3: BEREKENINGSGRONDSLAG EN TARIEF

    Het college van burgemeester en schepenen bepaalt, rekening houdend met de kostprijs van het aangeboden eten en/of drinken, de retributie hiervan.

    Artikel 4: WIJZE VAN INNING

    Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de wijze van inning.

    Artikel 5: BEKENDMAKING

    Dit reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikels 286, 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur.

    Artikel 6: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Team Financieel Management

    Team Vrije tijd

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van de gemeenteraad met volgend voorstel:

    Artikel 1: INWERKINGTREDING EN OMSCHRIJVING VOORWERP OF FEIT WAAROP EEN RETRIBUTIE WORDT GEHEVEN

    Met ingang van 1 juni 2022 en eindigend op 31 december 2025 geldt een retributie voor sponsoring bij evenementen. De sponsoring via een sponsorpakket door een onderneming houdt als tegenprestatie door de gemeente de publicatie van het logo en/of het aanbieden van eten en/of drinken in. De sponsoring door niet-ondernemingen gebeurt in de vorm van een steunkaart die via een vereniging aangekocht wordt. Deze steunkaart kan tegen eten en/of drinken op het evenement worden ingewisseld.

    Artikel 2: DE RETRIBUTIE IS VERSCHULDIGD DOOR

    De onderneming die voor de sponsoring intekent en de niet-onderneming die een steunkaart koopt.

    Artikel 3: BEREKENINGSGRONDSLAG EN TARIEF

    Het college van burgemeester en schepenen bepaalt, rekening houdend met het evenement, de retributie van de sponsorpakketten die door ondernemingen kunnen aangekocht worden en de samenstelling van de tegenprestatie door de gemeente, bestaande uit een advertentie en/of het consumeren van eten en/of drinken.

    Het college van burgemeester en schepenen bepaalt eveneens de retributie van een steunkaart en tegen welke vorm van eten en/of drinken deze inwisselbaar is.

    Artikel 4: WIJZE VAN INNING

    Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de wijze van inning.

    Artikel 5: BEKENDMAKING

    Dit reglement wordt afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig artikels 286, 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur.

    Artikel 6: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Team Financieel Management

    Team Vrije tijd

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van de gemeenteraad met volgend voorstel:

    Artikel 1: Doel

    De gemeente wil met dit subsidiereglement verenigingen financieel steunen die hulp bieden bij het evenement "Weekend van de Verenigingen".

    Artikel 2: Doelgroep en toepassingsgebied

    Dit reglement is enkel van toepassing op volgende organisaties:

    1. verenigingen die erkend zijn door de jeugd-, sport-, cultuur- en/of seniorenraad of de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking van de gemeente Grobbendonk;

    2. de oudercomités van de scholen die gevestigd zijn in Grobbendonk;

    3. liefdadigheidsinstellingen die gevestigd zijn of een lokale afdeling hebben in Grobbendonk.

    Artikel 3: Vraag naar ondersteuning

    De vraag naar ondersteuning zal via de officiële kanalen van de gemeente bekendgemaakt worden. Er wordt het first-come, first-served-principe gehanteerd. Bij een volgende oproep wordt voorrang gegeven aan verenigingen die nog geen aanspraak maakten op deze subsidie.

    Artikel 4: Voorwaarden

    De gemeente Grobbendonk verleent de subsidie onder de volgende voorwaarde:

    De organisatie moet op het moment van het evenement minstens 12 maanden opgericht zijn.

    Artikel 5: Subsidiebedrag
    4.500,00 euro prestatietoelage
    2.500,00 euro steunkaartenverkoop
    Op basis van het aantal verkochte kaarten wordt het subsidiebedrag jaarlijks aangepast bij de aanpassing van het meerjarenplan.
    Artikel 6: Verdeelsleutel

    Prestatietoelage

    50% wordt evenredig verdeeld per deelnemende organisatie aan het Weekend van de Verenigingen op zaterdag die met minstens 2 personen ondersteuning biedt. De vereniging mag tijdens het evenement geen eigen inkomsten vergaren.

    50% wordt verdeeld voor het kosteloos uitoefenen van prestaties voor het lokaal bestuur Grobbendonk tijdens het Weekend van de Verenigingen op zaterdag, afhankelijk van de gepresteerde uren. Subsidiebedrag presterende organisatie = bedrag prestatietoelage x (totaal aantal punten presterende organisatie/ totaal aantal punten prestatietoelage alle deelnemende organisaties) 

    De presterende organisatie heeft recht op de prestatietoelage indien deze een vooraf afgesproken prestatie aflevert tijdens het Weekend van de Verenigingen op zaterdag. De organisatie mag gedurende deze prestatie geen eigen inkomsten vergaren.

    De subsidie wordt op basis van een puntensysteem onder de verschillende presterende organisaties verdeeld. Elk begonnen uur door elke vertegenwoordiger van de presterende organisatie geeft recht op 10 punten.

    Opbrengst van de steunkaartenverkoop

    Per verkochte steunkaart gaat 2 euro naar de vereniging per verkochte kaart. 

    Verenigingen mogen de genummerde steunkaarten enkel verkopen in de aan hen toegewezen ‘wijk’. Het toewijzen van de ‘wijken’ gebeurt door loting. Na de verkoop en vóór een afgesproken datum stort de vereniging de volledige opbrengst van de steunkaartenverkoop aan de gemeente Grobbendonk op het rekeningnummer BE42 3200 6474 5954 met vermelding van verkoop steunkaarten: ‘naam vereniging’ en ‘aantal verkochte kaarten’. Het overschot van de kaarten wordt binnengebracht op het gemeentehuis vóór een afgesproken datum.

    Artikel 7: Berekening en betaling

    De verkoop van de steunkaarten, de deelname (per organisatie) en prestatie (per helper) worden geregistreerd door het team Vrije tijd. Het team Vrije tijd berekent de subsidiebedragen per organisatie en legt deze voor aan de vrijetijdsraad. Vervolgens wordt de berekening geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen.

    Op basis van het advies van de vrijetijdsraad neemt het college van burgemeester en schepenen een beslissing omtrent de betaling van de subsidie.

    Artikel 8: Controle

    Het college van burgemeester en schepenen kan ten allen tijde controle laten uitoefenen op de verstrekte inlichtingen.

    Artikel 9: Sancties

    Als blijkt dat een vereniging of individu onjuiste gegevens heeft verstrekt en daardoor onterecht een subsidie heeft gekregen, zal het college van burgemeester en schepenen de subsidie terugvorderen. 

    Bij betwisting kan de aanvrager een gemotiveerd bezwaarschrift richten aan het college van burgemeester en schepenen tot 30 dagen na de uitbetaling van de subsidie. Bij bezwaar wordt een vergadering georganiseerd tussen de betrokken partij en een afgevaardigde van het college van burgemeester en schepenen. Op deze vergadering worden de betrokken partijen gehoord waarna een advies wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 10: Inwerkingtreding en looptijd

    Dit reglement is van toepassing tot en met 31 december 2025.

B-punt

Team Secretariaat

  • Agenda gemeenteraad

    De gemeenteraad voor de eerste maal bijeen te roepen op 17 mei 2022 om 19.30 uur met volgende punten op de agenda:

    1. Team Secretariaat: Gemeenteraad 19 april 2022 - notulen - goedkeuring
    2. Team Secretariaat: Kleine Landeigendom Zuiderkempen - vervanging lid voor de raad van bestuur - goedkeuring
    3. Team Secretariaat: De Lijn - algemene vergadering - agenda - goedkeuring
    4. Team Secretariaat: Cipal dv - algemene vergadering - agenda - goedkeuring
    5. Team Secretariaat: Pidpa - algemene vergadering - agenda - goedkeuring
    6. Team Secretariaat: TMVS - algemene jaarvergadering - agenda - goedkeuring
    7. Team Ruimte & Vergunningen: Omgevingsvergunning OMV_2021103753 - Eisterlee 25, Vierselse baan 1A, 3 en 5 - gedeeltelijke afschaffing voetweg 38 - weigering
    8. Team Ruimte & Vergunningen: Vervoerregioraad Kempen 31 maart 2022 - verslag - kennisname
    9. Team Financieel Management: Kerkfabriek St. Lambertus - rekening dienstjaar 2021 - advies
    10. Team Financieel Management: Kerkfabriek O.L. Vrouw - rekening dienstjaar 2021 - advies
    11. Team Financieel Management: Retributie - retributie evenementen team Vrije Tijd - goedkeuring
    12. Team Financieel Management: Retributie - retributie m.b.t. sponsoring van evenementen - goedkeuring
    13. Team Financieel Management: Subsidie - subsidiereglement inzake het ondersteunen van het Weekend van de Verenigingen door verenigingen - goedkeuring
    14. Team Secretariaat: Gemeentelijke aangelegenheden - mededeling en vraagstelling

C-punt

Team Informatie en Communicatie

D-punt

Team Secretariaat

Geen soort gekozen

Team Secretariaat

Team Ruimte en Vergunningen

  • Nadat Marianne Verhaert, burgemeester, ingevolge art. 27 DLB, de zitting verlaten heeft.

    Het college van burgemeester en schepenen levert de vergunning af aan Stijn Geens. De volgende stedenbouwkundige handelingen worden vergund: het creëren van 2 bouwkavels voor een ééngezinswoning.

    De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

    Voorwaarden stedenbouwkundige handelingen:

    -  In het achterliggende overstromingsgevoelig gebied dienen alle constructies en bebouwing worden uitgesloten. In de tuin kunnen geen bijgebouwen worden opgericht.

    Ten aanzien van de aanpalenden dient het bestaande reliëf over een strook van ten minste 2 meter te worden gehandhaafd.

    - Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 11.58 mTAW (= T100 peil + 30cm).

    - Er mag geen ruimte voor water verloren gaan.

    · Geen ondergrondse benutte ruimtes (kelder)

    · Bouwen met overstroombare kruipkelder of op palen

    · Compensatie voor ophoging ikv toegang tot de gebouwen

    · Het omliggende terrein mag in geen geval opgehoogd worden

    - Er dient een oppervlakkige, open infiltratievoorziening geplaatst te worden, max. 30 cm onder het maaiveld.

    - De voorwaarden uit volgende advies dienen strikt te worden nageleefd: Pidpa Drinkwater dd. 21 februari 2022.

    - De aanleg en aansluiting van de nodige nutsvoorzieningen vallen financieel volledig ten laste van de aanvrager.

    - De hierbij gevoegde verkavelingsvoorschriften ten strengste na te leven.

    - Vervreemding van een kavel kan slechts nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is opgemaakt. Deze akte kan slechts worden opgemaakt na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingsvergunning opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de financieel directeur of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend.

    - De verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar, of de vestiging van een erfpacht of opstalrecht van iedere kavel moet aan het college worden medegedeeld door middel van uittreksels uit de akten, die door de instrumenterende ambtenaar of de ontvanger van de registratie gewaarmerkt zijn. Met verkoop worden de nalatenschapsverdeling en de schenking gelijkgesteld met dien verstande dat slechts één kavel per deelgenoot of begunstigde in aanmerking komt.

  • Artikel 1: Goedkeuring om een attest af te leveren conform VCRO artikel 4.2.16 voor omgevingsvergunning OMV_2021080489 verleend door het college van burgemeester en schepenen op 27 december 2021 aan Dirk Landuyt. 

    Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Notarissen Goossens, Verwerft & Scheurweghs, Wijngaardstraat 40, 2280 Grobbendonk

    Dirk Landuyt , Fazantenlaan 50, 2290 Vorselaar

  • Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding ingediend door mevrouw Eléonore Meeus voor het exploiteren van een bovengrondse propaangastank, met als adres Kennedylaan 7, 2288 Grobbendonk. Kadastraal is het perceel gekend als afdeling 2 sectie A nr. 73D9 met inrichtingsnummer 20220426-0038.

    Zodat de inrichting voortaan omvat

    17.1.2.2.1° - Aktename

    Bovengrondse propaangastank met een inhoud van 1.750 liter klasse 3 (Nieuw).

    De meldingsakte wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

    Voorwaarden voor de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

    Algemene voorwaarden:

    • Hoofdstuk 4.1 - algemene voorschriften

    • Hoofdstuk 4.2 – beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging

    • Hoofdstuk 4.3 – beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging

    • Hoofdstuk 4.4 – beheersing van luchtverontreiniging

    • Hoofdstuk 4.5 – beheersing van geluidshinder

    • Hoofdstuk 4.6 – beheersing van hinder door licht

     

    Sectorale voorwaarden:

    • Hoofdstuk 5.17 – Opslag van gevaarlijke producten

     

    Bijzondere milieuvoorwaarden:

    • Het keuringsattest van de tank en attest van ingebruikname dienen overgemaakt te worden aan de vergunningverlenende overheid.

     

    De meldingsakte is afhankelijk van de strikte naleving van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem. Bij wijzigingen van Vlarem wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het Vlarem is raadpleegbaar op de milieunavigator via de link https://navigator.emis.vito.be.

    Deze meldingsakte stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

  • Artikel 1: Goedkeuring te geven aan volgende administratieve rechtzetting van het agendapunt van 11 april 2022:

    Goedkeuring te geven aan volgende voorstellen (besparingen / wijzigingen / toevoegingen):

    Structuur:

    • Draaglijn op as B doortrekken en meer kolommen op as C” (kleinere overspanningen) (-21.618,95)
    • Dragende wand technisch lokaal vervalt  (+1.334,02)
    • Dragende wand tussen secretariaat en vide i.p.v. stalen balk (-26.291,31)


    Buitenaanleg:

    • Speeldak: verharding op tegeldragers en plantenbak i.p.v. intensief groendak (opbouwdikte afdek gelijkvloers wordt kleiner) (-22.465,25)
    • Geen extensief groendak (dak klassen LS) (-19.048,39)
    • Voetbalveld voor multifunctioneel gebruik (+18.580,00)
    • Afbraak van bestaande luifel kleuterklassen (-3.900,00)


    Technieken HVAC:

    • Stralingspanelen als basisverwarming voor bewegingsruimte en refter i.p.v. luchtverwarming (+3.589,71)
    • Radiatoren in sanitair en keuken  (-492,00)
    • Warmte opwekking BEO-veld i.p.v. gaswarmtepomp (verwarmen in de winter en koelen in de zomer met warmte uit de grond) (+60.167,00)
    • Aanpassingen ventilatiesysteem (textielkanalen in klassen, luchtgroep met kleiner debiet) (-9.553,00)


    Technieken sanitair:

    • Minder sanitair op niveau -1 (-3.088,79)
    • Drinkwaterfontein  (+590,00)
    • Boilers (1 boiler per 2 klassen) (-1.050,12)


    Technieken elektriciteit:

    • Aanpassingen elektriciteit (geen zonnewering, enkel bekabeling voorzien voor inbraakdetectie) (-9.720,04)

    Architectuur:

    • Verkleinen gebouw (-5.109,00)
    • Wand met 2 dubbele deuren tussen refter en turnzaal i.p.v. vouwwand (-12.388,98)
    • Linoleum in kleedkamers en sportberging i.p.v. vloertegels (-2.374,00)
    • Goedkopere tegels in technische berging en keuken (-1.554,00)
    • Sporttoestellen (enkel nieuwe basketbalringen) (-3.500,00)
    • Plafondeilanden worden vervangen door verlaagd plafond (-5.940,15)
    • Kleinere dakhelling (klassen LS) (-22.183,55)
    • Houten gevelbekleding wordt gerealiseerd met recup bekledingsplanchetten (-14.454,90)
    • Verleggen van inkomdeur naar gevellijn (-6.202,37)
    • Extra raam in gevel secretariaat (+213,30)
    • Schuifdeur secretariaat en kleiner raam zijde gang  (+650,30)
    • Geen glijbaan naast binnentrap (-14.000,00)
    Het doorvoeren van deze maatregelen wordt geraamd op een besparing van ca. € 120.000,00 (oorspronkelijk was een besparing van € 200.000 vooropgesteld). 

    Artikel 2: Geen goedkeuring te geven aan volgende voorstellen (besparingen / wijzigingen / toevoegingen):

    Buitenaanleg

    • Beperkte buitenaanleg (geen struiken om perceel af te bakenen, geen plantenbakken, gras door bezaaiing) (-6.819,85)
    • Geen plantenbak op speeldak (-4.800,00)
    • Luifel: verharding op tegeldragers i.p.v. intensief groendak (-9.658,79)
    • Geen zandbak (-10.000,00)
    • Geen voetbalveld voor multifunctioneel gebruik (-18.580,00)
    • Halfverharding fietsenstalling wordt vervangen door dolomiet ( -4.974,41)
    • Beperkte spelvoorzieningen (geen avonturenpark, geen glijbaan kleuters) (-7.994,64)
    Technieken eleKtriciteit
    • Aanpassingen elektriciteit (geen zonnewering, enkel bekabeling voorzien voor inbraakdetectie) (-4.000,00)
    • Geen PV panelen (-15.000,00)

    Architectuur:

    • Glazen wand in vide wordt vervangen door een borstwering (-3.422,10)
    • Vezelcement golfplaat i.p.v. houten gevelbekleding (-40.152,50)

    Artikel 3: Opdracht te geven voor het verder onderzoeken van volgende zaken:

    Buitenaanleg

    • Halfverharding fietsenstalling vervangen gebonden dolomiet (impact op kostprijs?, waterdoorlatend?)
    Binneninrichting
    • Keuken uitrusten met goede afzuiging en verluchting ((semi)professionele dampkap vereist?, aanpassing aan verluchtingssysteem nodig?) 
    Aangezien de refter, turnzaal en keuken door derden gehuurd zullen kunnen worden voor o.a. feesten (babyborrels, verjaardagsfeesten ...) moet de keuken ook functioneel zijn om als opwarmkeuken te kunnen functioneren. Hiervoor is het belangrijk dat er voldoende afzuiging en ventilatie in de keuken voorzien wordt (verluchting via raam niet mogelijk).

    Artikel 4: De ontwerper op de hoogte te brengen van de gemaakte keuzes.

    Artikel 5: Het aangepaste ontwerp en de financiële consequenties in een van de volgende colleges opnieuw te bespreken.

    Artikel 6: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Team Financieel Management

  • Artikel 1: Telenet de toelating te verlenen tot het uitvoeren van de werken onder de volgende voorwaarden:

    • Minimum drie weken voor de aanvang van de werken meldt u de begin- en einddatum alsook naam en adres van de aannemer en dient een signalisatievergunning aangevraagd te worden bij het team Ruimte & Vergunningen van het lokaal bestuur.
    • Als er straten gedwarst worden, dient dit te gebeuren met mechanische onderboringen zonder verkeershinder te veroorzaken.
    • De eventuele beschadigingen aangebracht aan het wegdek van de straat moeten in hun oorspronkelijke staat door Telenet hersteld worden, met dezelfde materialen.
    • De aannemer moet voor de aanvang van de graafwerken de ligging van de wachtleidingen op de rioleringen op de werf aanduiden. De juiste ligging kan Telenet bij de rioolbeheerder krijgen.
    • De aannemer moet minimum 8 dagen voor aanvang van de werken via brief de bewoners van de straat (straten) verwittigen van de uit te voeren werken.
    • De sleuf mag slechts gedempt worden t.p.v. de wachtleidingen op de rioleringen nadat een afgevaardigde van het lokaal bestuur hiervoor zijn schriftelijke toelating gaf.
    • Als er schade is aan de wachtleidingen op de riolering, die later wordt vastgesteld, is het Telenet die dit moet laten herstellen binnen de tien dagen na de ingebrekestelling.
    • De aannemer moet er voor zorgen dat het wortelgestel van de bomen niet beschadigd wordt en daar waar nodig werken met onderboring. De levensvatbaarheid van de bomen mag niet negatief beïnvloed worden door de werken.
    • De aannemer dient zich, indien nodig, voor tijdelijke waterbevoorrading te wenden tot Pidpa. Onder geen beding mogen standpijpen van Pidpa of andere watermaatschappijen gebruikt worden zonder voorafgaande aanvraag aan de betrokken maatschappij.

    Artikel 2: Gezien de Herenthoutse steenweg een belangrijke doorgangsweg is, mag er enkel gewerkt worden buiten de spitsuren, zijnde tussen 09.00u en 15.00u.

    Artikel 3: Na de werken dient bij het team Ruimte & Vergunningen van het lokaal bestuur Grobbendonk een controle van de toestand van de site aangevraagd te worden.

    Artikel 4: Het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 12 december 2019, is van toepassing op deze werken.

    Artikel 5: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:
    Team Informatie & Communicatie
    Telenet 

Team Vrije tijd

  • Artikel 1: Toestemming te geven aan AE Events VZW om Après Exams XXL te mogen organiseren op 24 en 25 juni 2022 van 18.00 uur tot 01.00 uur.

    Artikel 2: De organisator de opdracht te geven de richtlijnen vanuit noodplanning na te leven.

    Artikel 3: De verantwoordelijkheid en lasten voor het afsluiten van een evenementenverzekering liggen bij de organisator zelf.

    Artikel 4: Toestemming te geven om de gevraagde logistieke ondersteuning te voorzien.

    Artikel 5: Een afwijking toe te staan van de geluidsnorm voor het evenement op 24 en 25 juni 2022 van 18.00u tot 01.00u tot maximaal dB(A)L.

    Artikel 6: Toestemming te geven om de gevraagde logistieke ondersteuning te voorzien.

    Artikel 7: Deze afwijking toe te staan als aan volgende voorwaarden voldaan worden:

    • Gedurende het hele evenement het geluidsvolume meten;

    • Het gemeten geluidsvolume is gedurende het hele evenement zichtbaar voor de persoon die het volume bedient;

    • Het gemeten geluidsvolume wordt voor de ganse duur van de activiteit bewaard.

    Artikel 8: 95 dB met een bijkomende dB(c) weging op het evenement van 110 dB(C), gemeten als LCeq, 15 min bij 95 dB(A). Zo blijft de overlast van bastonen bij de buurtbewoners beperkt.

    Artikel 9: De organisator de toestemming te geven tot het schenken van alcoholische dranken en sterke dranken en specifiek te wijzen op de regelgeving om geen alcoholische dranken te schenken aan jongeren onder de 16 jaar en geen sterke dranken te schenken aan jongeren onder de 18 jaar. 
    De organisator dient hier actief op te controleren (bv. door bandjes).
     

    Artikel 10: Op vrijdag 24 juni 2022 vanaf 16.00uur tot zondag 26 juni 2022 - 03.00uur zullen op de Vaartkom aangepaste verkeersmaatregelen gelden, zijnde:
    - op de parking van de Vaartkom zal een "kiss & ride" zone ingericht worden 
    - op de Vaartkom zal de snelheid beperkt worden tot 30km per uur
    - de Vaartkom zal deels een enkelrichtingsstraat worden: het verkeer mag de straat inrijden via de Eikenlei en verlaten aan de rotonde
    - in het gedeelte van de Vaartkom tussen de rotonde en de inrit parking brandweer blijft dubbel verkeer toegelaten.

    Artikel 11: Om te verhinderen dat mobilhomes ook parkeerplaatsen innemen die niet voor mobilhomes voorbehouden zijn, zullen borden E9b geplaatst worden. 

    Artikel 12: De vereiste signalisatie zal geplaatst worden volgens het bijgevoegde plan.

    Artikel 13: Aan de organisator wordt gevraagd om de geleverde afzethekken volgens het goedgekeurde plan te plaatsen bij aanvang van het evenement en na afloop terug te verwijderen en de straat terug vrij te maken.

    Artikel 14: Dit politiereglement zal in de gemeente bekendgemaakt worden overeenkomstig het decreet lokaal bestuur.

    Artikel 15: Afschriften ervan zullen overgemaakt worden aan de griffies van de correctionele en politierechtbank van Turnhout.

    Artikel 16: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Team Ruimte & Vergunningen

    Team Uitvoering & Onderhoud

    Team Informatie & Communicatie

    Noodplanning

    Wijkpost politie

    Brandweer zone Kempen

    Kapitein brandweer

    Betrokkene

    Organisator

  • Artikel 1: Toestemming te geven aan OKRA Trefpunt regio Grobbendonk  om een infomoment / viering te organiseren op de wekelijkse markt op 16 juni 2022.
    Artikel 2: De verantwoordelijkheid en lasten voor het afsluiten van een evenementenverzekering liggen bij de organisator zelf.
    Artikel 3: De organisator de toestemming te geven tot het schenken van alcoholische dranken en specifiek te wijzen op de regelgeving om geen alcoholische dranken te schenken aan jongeren onder de 16 jaar. De organisator dient hier actief op te controleren (bv. door bandjes).
    Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:
    Organisator

  • Artikel 1: Kennisname van het verslag van de vergadering van de adviesraad van de bibliotheek van 4 april 2022 (als bijlage).

Team HRM

  • Dit agendapunt wordt doorverwezen naar de dagorde van het onderhandelingscomité met volgend voorstel:

    Artikel 1 : Goedkeuring van de wijziging aan de rechtspositieregeling voor het personeel van de gemeente als volgt: 

    • Het veranderlijk gedeelte van de eindejaarstoelage wordt gewijzigd van 2,5% naar 3,6%. De begrenzing van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris wordt geschrapt:

    Artikel 215. (3)(6)(16)

    Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.

    Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend:

    1°        het forfaitaire gedeelte:

    a)     het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro;

    b)    vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig;

    c)     het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b) wordt verhoogd met 698,74 euro;

    d)    voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c) voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro;

    e)    vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c) voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro;

     

    2°        het veranderlijke gedeelte:

    2,5 3,6 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.

    De eindejaarstoelage voor het personeelslid dat omstandigheidsverlof opneemt  naar aanleiding van de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van het personeelslid wordt niet pro rata verminderd omwille van deze afwezigheidsdagen:

     

    Artikel 216. (6)

    Het personeelslid ontvangt het volledige bedrag van de toelage, vermeld in artikel 215 als het als titularis van een betrekking met volledige prestaties het volledige salaris heeft ontvangen tijdens de hele duur van de referentieperiode.

    Als het personeelslid niet het volledige salaris heeft ontvangen als titularis van een betrekking met volledige prestaties of onvolledige prestaties, wordt het bedrag van de toelage verminderd in verhouding tot het salaris dat het werkelijk heeft ontvangen.

    De periodes waarin het personeelslid tijdens de referentieperiode als titularis van een betrekking met volledige prestaties of onvolledige prestaties met ouderschapsverlof als vermeld in het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan was, of met bevallingsverlof was met toepassing van de Arbeidswet van 16 maart 1971, of omstandigheidsverlof genoot voor een gebeurtenis als vermeld in artikel 284, 2° en 2°bis, worden gelijkgesteld met periodes waarvoor het personeelslid het salaris volledig heeft ontvangen.

     

    •  In uitvoering van het sectoraal akkoord 2020 – koopkrachtverhoging - wordt in de rechtspositieregeling in Hoofdstuk VI. De sociale voordelen  een  Afdeling I bis. De Sinterklaascheque en de ecocheques - toegevoegd als volgt:

    Hoofdstuk VI. De sociale voordelen

    AFDELING I bis. De Sinterklaascheque en de ecocheques

    Artikel 243 bis

    Het personeel heeft recht op een jaarlijkse koopkrachtverhoging van 100 euro per VTE.

    Deze koopkrachtverhoging is geprorateerd en wordt afhankelijk van  de prestatiebreuk van het personeelslid deels toegekend via een geschenkencheque ter gelegenheid van Sinterklaas en deels via ecocheques.

    Indien, rekening houdend met de individuele prestatiebreuk bij de berekening van de koopkrachtverhoging, het bekomen bedrag reeds werd besteed aan de Sinterklaascheque, heeft het personeelslid geen recht op ecocheques.

    Jobstudenten worden van dit toepassingsgebied uitgesloten.

    Sinterklaascheque

    Aan het personeelslid dat in dienst is op 6 december wordt, binnen de geldende fiscale en sociale zekerheidsregels met het oog op de vrijstelling van RSZ-bijdragen  en bedrijfsvoorheffing, een lokale handelaarsbon toegekend als geschenkencheque ter gelegenheid van Sinterklaas. De geschenkencheque bedraagt 40 euro. De waarde wordt niet geprorateerd voor deeltijdse personeelsleden.

    Ecocheques

    Aan het personeelslid dat in dienst is op 31 oktober wordt, binnen de geldende fiscale en sociale zekerheidsregels met het oog op de vrijstelling van RSZ-bijdragen  en bedrijfsvoorheffing, ecocheques toegekend met een pro-rata berekening, naargelang de prestatiebreuk, van 60 euro/VTE/jaar. (resterend deel van de koopkrachtverhoging)

    De ecocheques worden toegekend op voorwaarde dat het personeelslid meer dan 1 dag effectieve arbeidsprestaties geleverd heeft in de periode van 1 januari tot 31 oktober.

    Voor het bepalen van het bedrag van de ecocheques wordt uitgegaan van de werkelijke prestatiebreuk op datum van 31 oktober. Indien de bewerking een decimaal getal oplevert, wordt het bedrag afgerond op de hogere eenheid.


    •  In het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden verhoogd de bijdragevoet met 0,5 % vanaf 1 januari 2022:

    Afdeling II bis. Het aanvullend pensioenstelsel voor contractuele personeelsleden (9)

    Artikel 246. (26)

    Het lokaal bestuur voert een aanvullend pensioenstelsel in voor de contractuele personeelsleden met ingang van 1 januari 2010. De pensioentoelage bedraagt 2% van het pensioengevend jaarloon.

    Vanaf 1 januari 2020 wordt de bijdragevoet verhoogd met 0,5 % (= van 2 naar 2,5%).

    Vanaf 1 januari 2021 wordt de bijdragevoet nogmaals verhoogd met 0,5% ( = van 2,5 naar 3%)

    Met ingang van 1 januari 2010 voert het lokaal bestuur een aanvullend pensioenstelsel in voor de contractuele personeelsleden met een pensioentoelage van 2% op het pensioengevend jaarloon.

    De bijdragevoet wordt als volgt verhoogd:

    • met ingang van 1 januari 2020 met 0,5% (van 2 naar 2,5%).
    • met ingang van 1 januari 2021 met 0,5% ( = van 2,5 naar 3%)
    • met ingang van 1 januari 2022 met 0,5% (= van 3 naar 3,5%)


    •  Het recht op 15 weken bevallingsverlof wordt gegarandeerd in geval van afwezigheden van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, arbeidsongeschiktheid of volledige werkverwijdering die plaatsvinden tijdens de 6 weken voor de bevalling.

    Hoofdstuk IV. Bevallingsverlof en opvangverlof

    Afdeling I. Moederschapsverlof

    Artikel 263.

    Bij verlenging van de postnatale rustperiode in overeenstemming met artikel 39, zesde lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971, wordt het vast aangestelde statutaire personeelslid tijdens de duur van die verlenging doorbetaald:

    -          feitelijke verlenging: het personeelslid neemt vanaf de zesde (of achtste) week voor de vermoedelijke bevallingsdatum al haar prenatale rust op en bevalt later dan verwacht. De prenatale rust wordt dan automatisch verlengd tot op het moment van de werkelijke bevallingsdatum. Vanaf de werkelijke bevallingsdatum volgen dan de 9 weken verplichte postnatale rust;

    -          verlenging van de postnatale rust bij de geboorte van meerlingen: op verzoek van het personeelslid kan de postnatale rust, eventueel verlengd met de niet opgenomen facultatieve prenatale rust, nog eens worden verlengd met een periode van maximaal 2 weken;

    -          verlenging van de postnatale rust wanneer het kind in het ziekenhuis moet blijven in de periode na de eerste 7 dagen vanaf zijn geboorte: verlenging op verzoek van het personeelslid met de duur van de periode waarin het kind in het ziekenhuis moet blijven na de zeven dagen vanaf zijn geboorte, beperkt tot maximaal 24 weken. Het personeelslid bezorgt hiervoor:

    • bij het einde van de postnatale rustperiode, een attest van het ziekenhuis waaruit blijkt dat het kind opgenomen bleef/blijft na de eerste 7 dagen vanaf zijn geboorte, met vermelding van de duur van de opname;
    • in voorkomend geval, een nieuw attest van het ziekenhuis waaruit blijkt dat het kind nog steeds het ziekenhuis niet heeft mogen verlaten, met vermelding van de duur van de opname;  

    -          verlenging van de postnatale rust bij arbeidsongeschiktheid tijdens de prenatale rust: verlenging op verzoek van het personeelslid met 1 week, de postnatale rust zal in dit geval 10 weken duren.

    -          verlenging van de postnatale rust ingevolge afwezigheden die plaatsvinden in de 6 weken voor de bevallingsdatum en gelijkgesteld zijn met arbeid:

    • tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
    • arbeidsongeschiktheid – zowel wegens ziekte en ongeval van gemeen recht als beroepsziekte en arbeidsongeval
    • volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming

     

    •  Bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 werd het opvang-, pleegzorg- en pleegouderverlof van statutairen en contractuelen op elkaar afgestemd:

    Hoofdstuk IV. Bevallingsverlof, opvangverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof

    Afdeling III. Opvangverlof

    Artikel 265. (26)(27)

    Afdeling 1. Adoptieverlof

    Statutair personeel

    §1. Het statutaire personeelslid krijgt op zijn verzoek opvangverlof als een minderjarig kind in zijn gezin wordt opgenomen met het oog op adoptie of pleegvoogdij.

    Het opvangverlof bedraagt ten hoogste zes of ten hoogste vier weken naargelang het opgenomen kind de leeftijd van drie jaar nog niet heeft bereikt of al bereikt heeft. De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind een handicap heeft.

    Als slechts een van de samenwonende partners adopteert of de pleegvoogdij uitoefent, kan alleen die persoon het verlof genieten.

    Tijdens het opvangverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn gebruikelijke salaris.

    §2. De uitoefening van het recht op adoptieverlof neemt een einde op het ogenblik waarop het kind de leeftijd van acht jaar bereikt tijdens de opname van het verlof.

    §3. Het personeelslid dient minimum één maand voor de opname van het verlof de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. Het personeelslid dient de begin- en einddatum van het adoptieverlof te vermelden.

    Het adoptieverlof moet opgenomen worden in een aaneengesloten periode. Indien het personeelslid ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken adoptieverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen. Indien het personeelslid het volledige verlof niet opneemt, kan er achteraf geen aanspraak worden gemaakt op het overgebleven, nog niet opgenomen gedeelte.

    De uitoefening van het recht op adoptieverlof moet een aanvang nemen binnen twee maanden die volgen op de inschrijving van het kind als lid van het gezin van de werknemer.

    Uiterlijk op het ogenblik waarop het adoptieverlof ingaat, moet het personeelslid de nodige documenten bezorgen die de adoptie staven: het inschrijvingsbewijs in de bevolkings- of vreemdelingenregisters en de documenten die aantonen dat m.b.t. het kind een adoptieprocedure is gevoerd.

    §4. Het verlof wordt toegekend aan het personeelslid dat het aanvraagt. Indien de beide adoptanten personeelslid zijn, dan hebben zij beiden recht op het verlof.

    §1. Het statutaire personeelslid krijgt op zijn verzoek opvangverlof als een minderjarig kind in zijn gezin wordt opgenomen met het oog op adoptie of pleegvoogdij.

    Het contractuele personeelslid heeft recht op adoptieverlof overeenkomstig artikel 30 ter van de Arbeidsovereenkomstenwet  van 3 juli 1978 en het koninklijk besluit van 21 september 2004.

    Het opvangverlof bedraagt een individueel krediet van zes weken per personeelslid. Dat verlof verhoogt met twee weken voor een adoptieouder of pleegvoogd en, voor beide adoptieouders of pleegvoogden samen:

    1. met drie weken vanaf 1 januari 2023;
    2. met vier weken vanaf 1 januari 2025;
    3. met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

    De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als beide ouders het kind adopteren of pleegvoogd worden. In geval van twee adoptieouders brengt het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op de bijkomende weken, uiterlijk op het ogenblik waarop het verlof ingaat, de algemeen directeur op de hoogte van, naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee adoptieouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige adoptieouder die van dit recht gebruik maakt.

     

    De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

    1. het heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;
    2. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;
    3. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag.

    De maximumduur van het opvangverlof wordt per personeelslid met twee weken verlengd bij de gelijktijdige adoptie of pleegvoogdij van meerdere minderjarige kinderen.

    Als slechts een van de samenwonende partners het kind adopteert of de pleegvoogdij uitoefent, kan alleen die persoon het verlof genieten.

    Het verlof moet in een aaneengesloten periode en in één week of een veelvoud van een week genomen worden. M.a.w. het personeelslid is niet verplicht de maximumduur afwezig te blijven, maar mag het verlof niet opsplitsen of beperken tot een periode die minder is dan een week of minder bedraagt dan een veelvoud van een week.

    §2. Het verlof begint twee maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.

    Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op opvangverlof dient minimum één maand voor de opname van het verlof de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. De termijn kan in overeenstemming tussen de algemeen directeur en het personeelslid worden ingekort. Het personeelslid dient de begin- en einddatum van het opvangverlof te vermelden.

    Uiterlijk op het ogenblik waarop het opvangverlof ingaat, moet het personeelslid de nodige documenten bezorgen die de verlof staven: het inschrijvingsbewijs in de bevolkings- of vreemdelingenregisters en de documenten die aantonen dat m.b.t. het kind een procedure is gevoerd.

    In het kader van een interlandelijke adoptie kan het opvangverlof ook de periode bestrijken die voorafgaat aan de daadwerkelijke opvang  van het geadopteerde kind in België, als die voorafgaande periode niet meer bedraagt dan vier weken en als ze wordt besteed aan de voorbereiding van de daadwerkelijke opvang van het kind.

    §3. Tijdens het opvangverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn gebruikelijk salaris.

    Tijdens de eerste drie dagen van het adoptieverlof heeft het contractuele personeelslid recht op het behoud van zijn normaal loon, voor de resterende dagen geniet hij een uitkering ten laste van het ziekenfonds.

    Contractueel personeel

    §1. Voor contractuele werknemers werd het adoptieverlof uitgewerkt in artikel 30ter van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978.

    Het contractuele personeelslid dat in het kader van een adoptie een minderjarig kind in zijn gezin onthaalt, heeft, met oog op zorg voor dit kind, recht op een adoptieverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum zes weken.

    Indien het personeelslid ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken adoptieverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen.

    Het adoptieverlof van zes weken per adoptieouder wordt als volgt opgetrokken voor de adoptieouder of voor beide adoptieouders samen:

    1°       met één week vanaf 1 januari 2019;

    2°      met twee weken vanaf 1 januari 2021;

    3°      met drie weken vanaf 1 januari 2023;

    4°      met vier weken vanaf 1 januari 2025;

    5°      met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

    De verlenging kan enkel toegepast worden indien volgende voorwaarden cumulatief voldaan zijn:

    1°       het personeelslid heeft zijn verlofaanvraag ten vroegste ingediend vanaf de inwerkingtreding van de desbetreffende verlengingsperiode;

    2°      de verlengingsperiode van het verlof vangt ten vroegste aan vanaf de datum van inwerkingtreding

    In geval van twee adoptieouders bezorgt het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op de bijkomende weken, uiterlijk op het ogenblik waarop het adoptieverlof ingaat, aan de algemeen directeur een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee adoptieouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige adoptieouder die van dit recht gebruik maakt, vastlegt.

    De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag of dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.

    De maximumduur van het adoptieverlof wordt met twee weken per adoptieouder verlengd bij gelijktijdige adoptie van meerdere minderjarige kinderen.

    §2. De uitoefening van het recht op adoptieverlof moet een aanvang nemen binnen twee maanden die volgen op de inschrijving van het kind als lid van het gezin van het personeelslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft.

    Voor interlandelijke adopties wordt een uitzondering voorzien waardoor het mogelijk wordt om het adoptieverlof al aan te vangen vanaf de dag na de goedkeuring door de bevoegde overheid van de beslissing om het kind aan de adoptant toe te vertrouwen. Het verlof kan bijgevolg aanvangen voor aankomst van het geadopteerde kind in België, op voorwaarde dat deze voorafgaande periode niet langer duurt dan 4 weken en besteed wordt aan de voorbereiding van de daadwerkelijke opvang van het kind.

    §3. Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op adoptieverlof dient minimum één maand voor de opname van het verlof de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. De termijn kan in overeenstemming tussen de algemeen directeur en het personeelslid worden ingekort. Het personeelslid dient de begin- en einddatum van het adoptieverlof te vermelden.

    Uiterlijk op het ogenblik waarop het adoptieverlof ingaat, moet het personeelslid de nodige documenten bezorgen die de adoptie staven: het inschrijvingsbewijs in de bevolkings- of vreemdelingenregisters en de documenten die aantonen dat m.b.t. het kind een adoptieprocedure is gevoerd.

    §4. Tijdens het opvangverlof behoudt het contractuele personeelslid het normaal loon tijdens de eerste drie dagen en geniet voor de resterende dagen een uitkering ten laste van het ziekenfonds.

    Afdeling 2. Pleegzorgverlof

    §1. Het contractuele personeelslid dat is aangesteld als pleegouder door

    • ·         de rechtbank
    • ·         een erkende dienst voor pleegzorg
    • ·         de diensten van l'Aide à la Jeunesse
    • ·         het Comité Bijzondere Jeugdbijstand

    heeft het recht om van het werk afwezig te zijn voor de vervulling van verplichtingen en opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit de plaatsing in zijn gezin van één of meerdere personen die in het kader van pleegzorg aan hem zijn toevertrouwd.

    Het recht op pleegzorgverlof geldt voor alle vormen van plaatsing in het gezin waartoe kan worden besloten door één van de hierboven vermelde organismen, zowel de plaatsing van minderjarige personen als de plaatsing van personen met een handicap.

    Het recht op pleegzorgverlof geldt enkel voor volgende gebeurtenissen die specifiek verband houden met de pleegzorgsituatie en voor zover de tussenkomst van het personeelslid vereist is en de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt:

    • ·         alle soorten van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
    • ·         contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of voor het pleegkind en de pleeggast belangrijke derden;
    • ·         contacten met de dienst voor pleegzorg.

    In andere dan de hierboven vermelde situaties geldt het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen slechts voor zover de bevoegde plaatsingsdienst een attest aflevert dat verduidelijkt waarom dergelijk recht noodzakelijk is en voor zover deze situaties niet reeds gedekt worden door het verlof om dwingende redenen.

    De duur van het pleegzorgverlof bedraagt maximum 6 dagen per kalenderjaar. Indien het pleeggezin bestaat uit twee personeelsleden, die gezamelijk als pleegouder zijn aangesteld, dienen deze dagen pleegzorgverlof onder hen beiden te worden verdeeld.

    §2. Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op pleegzorgverlof dient minimum twee weken op voorhand de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. Indien dit niet mogelijk is, moet de algemeen directeur zo spoedig mogelijk verwittigd worden.

    Het personeelslid levert het bewijs dat hij pleegouder is aan de hand van de formele aanstellingsbeslissing bedoeld in §1.

    Indien het pleeggezin bestaat uit twee personeelsleden, die beiden zijn aangesteld als pleegouder, dient elk van hen een verklaring op erewoord te bezorgen aan de algemeen directeur waarin wordt aangegeven hoe het aantal dagen afwezigheid van het werk onder hen wordt verdeeld.

    Het personeelslid levert aan de hand van de gepaste documenten of bij gebreke hieraan, door ieder ander bewijsmiddel, het bewijs van de gebeurtenissen die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigen.

    §3. Het contractuele personeelslid dat gebruik maakt van het pleegzorgverlof geniet voor maximum 6 dagen per kalenderjaar en per gezin een uitkering ten laste van het ziekenfonds.

    §4. De regeling in §1 en §2 van het pleegzorgverlof is eveneens van toepassing op het statutaire personeelslid, behoudens dat het statutaire personeelslid gedurende maximum 6 dagen per kalenderjaar afwezig kan zijn onder de vorm van dienstvrijstelling voor het verstrekken van pleegzorgen.

    Het pleegzorgverlof wordt toegekend aan het personeelslid dat is aangesteld als pleegouder door

    • de rechtbank
    • een erkende dienst voor pleegzorg
    • de diensten van l'Aide à la Jeunesse
    • het Comité Bijzondere Jeugdbijstand

    en geldt voor alle vormen van plaatsing in het gezin waartoe kan worden besloten door één van de hierboven vermelde organismen, zowel de plaatsing van minderjarige personen als de plaatsing van personen met een handicap.

    Het recht op pleegzorgverlof geldt enkel voor volgende gebeurtenissen die specifiek verband houden met de pleegzorgsituatie en voor zover de tussenkomst van het personeelslid vereist is:

    • alle soorten van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
    • contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of voor het pleegkind en de pleeggast belangrijke derden;
    • contacten met de dienst voor pleegzorg.

    In andere dan de hierboven vermelde situaties geldt het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen slechts voor zover de bevoegde plaatsingsdienst een attest aflevert dat verduidelijkt waarom dergelijk recht noodzakelijk is.

    Het statutaire personeelslid heeft recht op zes dagen pleegzorgverlof per kalenderjaar.

    Het contractuele personeelslid heeft recht op zes dagen pleegzorgverlof per gezin per kalenderjaar. Indien het pleeggezin bestaat uit twee werknemers, die gezamelijk als pleegouder zijn aangesteld, dienen deze dagen pleegzorgverlof onder hen beiden te worden verdeeld.

    §2. Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op pleegzorgverlof dient minimum twee weken op voorhand de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. Indien dit niet mogelijk is, dient de algemeen directeur zo spoedig mogelijk verwittigd te worden.

    Het personeelslid levert aan de hand van de gepaste documenten of bij gebreke hieraan, door ieder ander bewijsmiddel, het bewijs van de gebeurtenissen die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigen.

    §3. Het statutaire personeelslid dat gebruik maakt van het pleegzorgverlof heeft recht op 82% van het brutosalaris.

    Het contractuele personeelslid geniet voor maximum 6 dagen per kalenderjaar en per gezin een uitkering ten laste van de RVA.

    Afdeling 3. Pleegouderverlof

    §1. Het personeelslid, dat naar aanleiding van een plaatsing in het kader van een langdurige pleegzorg van minstens zes maanden een minderjarig kind in zijn gezin onthaalt, heeft een éénmalig recht op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum zes weken. Indien het personeelslid ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken pleegouderverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen.

    Het individuele pleegouderverlof van zes weken van het personeelslid verhoogt met twee weken voor een pleegouder en, voor beide pleegouders samen:

    1. met drie weken vanaf 1 januari 2023;
    2. met vier weken vanaf 1 januari 2025;
    3. met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

    De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beide zijn aangesteld als pleegouder van het kind. In geval van twee pleegouders brengt het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op de bijkomende weken, uiterlijk op het ogenblik waarop het verlof ingaat, de algemeen directeur op de hoogte van, naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee pleegouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige pleegouder die van dit recht gebruik maakt.

    De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

    1. het heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;
    2. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;
    3. het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag.

    De maximumduur van het pleegouderverlof wordt per pleegouder met twee weken verlengd bij de gelijktijdige onthaal van meerdere minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

    §2. Het verlof begint binnen twaalf maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.

    §3. Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op pleegouderverlof dient minimum één maand voor de opname van het verlof de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. Deze termijn kan in overeenstemming tussen de algemeen directeur en het personeelslid worden ingekort. Het personeelslid dient de begin- en einddatum van het pleegouderverlof te vermelden.

    Uiterlijk op het ogenblik waarop het pleegouderverlof ingaat, dient het personeelslid de nodige documenten te bezorgen ter staving van de gebeurtenis die het recht op pleegouderverlof doet ontstaan.

    §4. Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof heeft het statutaire personeelslid recht op een doorbetaling van zijn salaris, vanaf de vierde dag heeft hij recht op 82% van het brutosalaris.

    Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof heeft het contractuele personeelslid recht op een doorbetaling van zijn salaris, voor de resterende dagen geniet hij een uitkering ten laste van het ziekenfonds.

     

    §1.Onverminderd afdeling 2. Pleegzorgverlof, heeft het contractuele personeelslid dat is aangesteld als pleegouder door

    • ·         de rechtbank
    • ·         een erkende dienst voor pleegzorg
    • ·         de diensten van l'Aide à la Jeunesse
    • ·         het Comité Bijzondere Jeugdbijstand

    en die naar aanleiding van een plaatsing in het kader van een langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn gezin onthaalt, een éénmalig recht op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum zes weken.

     

    Indien het personeelslid ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken pleegouderverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen.

     

    Het pleegouderverlof van zes weken per ouder wordt als volgt opgetrokken voor de pleegouder of voor beide pleegouders samen:

    1°       met één week vanaf 1 januari 2019;

    2°      met twee weken vanaf 1 januari 2021;

    3°      met drie weken vanaf 1 januari 2023;

    4°      met vier weken vanaf 1 januari 2025;

    5°      met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

     

    De verlenging kan enkel toegepast worden indien volgende voorwaarden cumulatief voldaan zijn:

    1°       het personeelslid heeft zijn verlofaanvraag ten vroegste ingediend vanaf de inwerkingtreding van de desbetreffende verlengingsperiode;

    2°      de verlengingsperiode van het verlof vangt ten vroegste aan vanaf de datum van inwerkingtreding

    Wanneer het pleeggezin uit twee personen bestaat die beiden aangesteld zijn als pleegouder van het kind, bezorgt het personeelslid dat gebruik maakt van het recht op de bijkomende weken, uiterlijk op het ogenblik waarop het pleegouderverlof ingaat, aan de algemeen directeur een verklaring op eer die, al naargelang het geval, de verdeling van deze weken tussen de twee pleegouders of de toewijzing van deze week of weken aan de enige pleegouder die van dit recht gebruik maakt, vastlegt.

    De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag of dat ten minste 9 punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag.

    De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per pleegouder verlengd bij gelijktijdig onthaal van meerdere minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

    §2. Om het recht op pleegouderverlof te kunnen uitoefenen, moet dit verlof een aanvang nemen binnen twaalf maanden volgend op de inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft.

    §3. Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op pleegouderverlof dient minimum één maand voor de opname van het verlof de algemeen directeur schriftelijk op de hoogte te brengen. Deze termijn kan in overeenstemming tussen de algemeen directeur en het personeelslid worden ingekort. Het personeelslid dient de begin- en einddatum van het pleegouderverlof te vermelden.

    Uiterlijk op het ogenblik waarop het pleegouderverlof ingaat, dient het personeelslid de nodige documenten te bezorgen ter staving van de gebeurtenis die het recht op pleegouderverlof doet ontstaan.

    §4. Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder langdurige pleegzorg verstaan: pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven.

    §5. Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof heeft het contractuele personeelslid recht op het behoud van zijn normaal loon, voor de resterende dagen geniet hij een uitkering ten laste van het ziekenfonds.

     

    •  Het omstandigheidsverlof naar aanleiding van een geboorte voor vaders en mee-ouders wordt stapsgewijs uitgebreid tot 15 dagen vanaf 2021 en 20 dagen vanaf 2023.

     

    Het omstandigheidsverlof naar aanleiding van het overlijden van een partner of een kind wordt uitgebreid. Er wordt tevens een rouwverlof voorzien voor specifieke gevallen. De wijzigende wetgeving zorgt voor een flexibilisering wat het opnemen van de dagen rouwverlof betreft.

    Hoofdstuk IX. Het omstandigheidsverlof

    Artikel 284. (3)(6)(9)(11)(20)(26)

    Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:

     

    1° huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten:

    4 werkdagen

    2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer:

    voor een geboorte vanaf 1 januari 2021

    voor een geboorte vanaf 1 januari 2023

     

    2°bis bevalling van de biologische moeder bij meeouderschap van een personeelslid dat op het ogenblik van de geboorte:

     a) gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat;

    b) wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet verbonden is door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen;

    c) sedert een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanent en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet verbonden is door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen:

    voor een geboorte vanaf 1 januari 2021

    voor een geboorte vanaf 1 januari 2023

     

    10 werkdagen

     

    15 werkdagen

    20 werkdagen

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    10 werkdagen

    15 werkdagen

    20 werkdagen

    3° overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner:

    4 werkdagen

    3° overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, van een kind van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner, of van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden:

    10 werkdagen

    3°/1 overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon of schoondochter van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner:

    4 werkdagen

    3°/2 overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden:

    4 werkdagen

    3°/3 overlijden van een pleegkind in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden:

    1 werkdag

    4° huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner:

    2 werkdagen

    5° overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner:

    2 werkdagen

    6° overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner:

    1 werkdag

    7° huwelijk van een bloed- of aanverwant:

     a) in de eerste graad, die geen kind is;

     b) in de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner:

    de dag van het huwelijk

    8° priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer:

    de dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst

    9° plechtige communie van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner;

    deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd;

    deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie:

    de dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag

    10° gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige:

    de nodige tijd, maximaal één dag

    11° deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank:

    de nodige tijd

    Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen. Het omstandigheidsverlof moet steeds betrekking hebben op de omstandigheden waarvoor het wordt toegestaan.

    De graad van verwantschap dient vastgesteld te worden volgens de bepalingen terzake van het burgerlijk wetboek:

    1ste graad : partner, ouders en kinderen

    2de graad : grootouders, broers en zussen, kleinkinderen

    3de graad : overgrootouders, nonkels en tantes, neven en nichten (kinderen van broer of zus),

                          achterkleinkinderen

    4de graad : neven en nichten (kinderen van tante of nonkel), achterneven en achternichten

                     (kleinkinderen van broer of zus)

     

    De omstandigheidsverloven vermeld in 1°, 3°, 3°/1, 3°/2, 4°en 5° moeten opgenomen worden tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

    Voor de toepassing van het omstandigheidsverlof van 3° worden de eerste drie dagen opgenomen tijdens de periode die begint te lopen op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis, de zeven resterende dagen tijdens het jaar dat volgt op de dag van het overlijden

    In het omstandigheidsverlof vermeld onder 3°/1 wordt verstaan onder langdurige pleegzorg: de pleegzorg waarbij het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft.

    Het omstandigheidsverlof vermeld in 3°/3 en 6° moet opgenomen worden op de dag van de begrafenis.  Als deze dag voor het personeelslid geen werkdag is, heeft hij of zij recht op een compenserende dag, die moet opgenomen worden tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

    In het omstandigheidsverlof vermeld onder 3°/3 wordt verstaan onder kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

    Voor de toepassing van 2° moet de vader of meeouder de tien vijftien verlofdagen (twintig verlofdagen vanaf 1 januari 2023) opnemen binnen de 4 maanden, te rekenen vanaf de dag van de bevalling, het personeelslid mag deze dagen vrij kiezen, ze mogen in één keer of gespreid opgenomen worden.

    Voor de toepassing van 7° krijgt het personeelslid omstandigheidsverlof op de dag van het huwelijk. Als deze dag voor het personeelslid geen werkdag is, heeft hij of zij recht op een compenserende dag verlof, die moet opgenomen worden tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

    Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof voor contractuele personeelsleden in de gevallen die hierna omschreven worden.  het omstandigheidsverlof vermeld in 2° en 2°bis:

    • als de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste 10 dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de 5 resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%.
    • als de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste 10 dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de 10 resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%.
    • voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend conform de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. Hij wordt slechts gedurende 3 dagen aan 100 % doorbetaald, vanaf de vierde dag valt hij terug op een uitkering ten laste van het ziekenfonds. De uitkering bedraagt eveneens 82 % van het begrensd brutoloon. De contractuele meeouder vermeld in 2°bis heeft recht op “geboorteverlof” aan dezelfde voorwaarden als hierboven vermeld.

    Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. Hij wordt slechts gedurende 3 dagen aan 100 % doorbetaald, voor de overige 7 dagen valt hij terug op het ziekenfonds. Zoals opgenomen in de wet van 13 april 2011 krijgt ook de contractuele meeouder recht op 10 dagen “geboorteverlof” aan dezelfde voorwaarden als hierboven vermeld.

    Het geboorteverlof kan slechts éénmaal voor hetzelfde kind opgenomen worden en dit volgens een voorrangsregeling:

    1. de vader van wie de wettelijke afstammingsband vaststaat
    2. de partner die gehuwd is met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat
    3. de wettelijk samenwonende partner van diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft
    4. de persoon die sedert een onafgebroken periode van 3 jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat

    Het personeelslid vraagt het omstandigheidsverlof aan (formulering van reden en aangevraagde periode) bij de rechtstreeks leidinggevende die door de algemeen directeur hiervoor werd aangeduid. Indien het personeelslid geen enkele kans heeft tot voorafgaandelijke aanvraag, is hij verplicht de rechtstreeks leidinggevende binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte te brengen.

    Het personeelslid brengt zo spoedig mogelijk en uiterlijk de 7de dag na de gebeurtenis de bewijsstukken binnen op de dienst HRM.

     

    •  De thematische verloven worden aangevuld met mantelzorgverlof.

     

    Afdeling IV. Federaal thematisch verlof - Mantelzorgverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan.

    Artikel 312.

    Het personeelslid dat erkend is als mantelzorger van een zorgbehoevende persoon heeft recht op mantelzorgverlof.

    Het voltijds personeelslid kan het mantelzorgverlof per zorgbehoevende persoon opnemen onder de vorm van een:

    • volledige schorsing van zijn prestaties gedurende 3 maanden, op te nemen in periodes van een maand of een veelvoud ervan
    • zijn prestaties verminderen tot 1/2 of met 1/5 gedurende 6 maanden, op te nemen in periodes van 2 maanden of een veelvoud ervan

    Het deeltijds personeelslid kan zijn arbeidsprestaties enkel volledig schorsen.

    Gespreid over een volledige loopbaan kan de volledige schorsing voor mantelzorg maximaal 6 maanden bedragen, meer bepaald tot het voltijds equivalent van 6 maanden bereikt is.

    Indien het personeelslid het mantelzorgverlof opneemt onder de vorm van een vermindering van zijn arbeidsprestaties (1/2 of 1/5), bedraagt dit maximaal 12 maanden.

    Artikel 313.

    Om erkenning te verkrijgen dient de mantelzorger tegelijkertijd de volgende voorwaarden te voldoen:

    • doorlopende of regelmatige hulp en bijstand verlenen aan een als zorgbehoevende erkende persoon;
    • een vertrouwensrelatie of een nauwe, affectieve of geografische relatie opgebouwd hebben met de geholpen persoon;
    • een bestendig en daadwerkelijk verblijf in België hebben;
    • ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingen register in de zin van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

    Daarnaast moeten de volgende uitoefeningsvoorwaarden vervuld zijn:

    • de bijstand en hulp niet beroepshalve, kosteloos en in samenwerking met ten minste een professionele zorgverlener verstrekken;
    • rekening houden met het levensproject van de geholpen persoon.

    Per geholpen persoon dient de mantelzorger, met het akkoord van de geholpen persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger, een erkenningsaanvraag in bij het ziekenfonds door middel van een verklaring op erewoord.

    Artikel 314.

    De erkenning van de hoedanigheid van mantelzorger wordt beëindigd:

    • op verzoek van de mantelzorger of de geholpen persoon;
    • bij overlijden van de geholpen persoon of van de mantelzorger;
    • wanneer de zorgafhankelijkheid beëindigd wordt;
    • wanneer de geholpen persoon permanent opgenomen wordt in een residentiële structuur langer dan 90 opeenvolgende dagen;
    • wanneer de mantelzorger niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden;
    • bij veroordeling van de mantelzorger voor geweld, mishandeling, oplichting of verwaarlozing.

     

    Artikel 315.

    Het personeelslid dat van het recht gebruik wenst te maken dient hiervan schriftelijk kennis te geven aan de algemeen directeur of door overhandiging van een geschrift tegen ontvangstbewijs.

    De kennisgeving gebeurt minstens zeven kalenderdagen voor de ingangsdatum van de schorsing of de vermindering van de arbeidsprestaties, deze termijn kan in overleg tussen het personeelslid en de algemeen directeur ingekort worden.

    In het geschrift moet het personeelslid de periode vermelden gedurende welke hij zijn arbeidsprestaties schorst of vermindert en dient hij het bewijs van erkenning al mantelzorger van de geholpen persoon toe te voegen.

      

    •  De tekstuele verbetering in salarisschaal D5 wordt opgenomen in bijlage II van de rechtspositieregeling.

     

     

    salaris-schalen

    D1

    D2

    D3

    D4

    D5

    Minimum

    13.300

    14.300

    15.500

    16.900

    17.000

    Maximum

    18.300

    19.600

    20.700

    21.950

    23.800

    Verhoging

    1x1x350

    1x1x350

    1x1x350

    1x1x350

    1x1x300

     

    3x2x350

    1x2x350

    1x2x400

    1x2x350

    2x2x500

     

    1x2x300

    1x2x400

    1x2x350

    1x2x300

    1x2x300

     

    8x2x350

    1x2x350

    1x2x400

    10x2x350

    1x2x800

     

    1x2x500

    1x2x400

    2x2x350

    1x2x550

    1x2x500

     

     

    1x2x350

    1x2x400

     

    4x2x400

     

     

    1x2x400

    1x2x350

     

    1x2x500

     

     

    1x2x350

    1x2x400

     

    3x2x600

     

     

    1x2x400

    1x2x350

     

     

     

     

    2x2x350

    1x2x400

     

     

     

     

    1x2x400

    1x2x350

     

     

     

     

    1x2x350

    1x2x400

     

     

     

     

    1x2x500

    1x2x350

     

     

     

     

     

     

     

     

    0

    13.300

    14.300

    15.500

    16.900

    17.000

    1

    13.650

    14.650

    15.850

    17.250

    17.300

    2

    13.650

    14.650

    15.850

    17.250

    17.300

    3

    14.000

    15.000

    16.250

    17.600

    17.800

    4

    14.000

    15.000

    16.250

    17.600

    17.800

    5

    14.350

    15.400

    16.600

    17.900

    18.300

    6

    14.350

    15.400

    16.600

    17.900

    18.300

    7

    14.700

    15.750

    17.000

    18.250

    18.600

    8

    14.700

    15.750

    17.000

    18.250

    18.600

    9

    15.000

    16.150

    17.350

    18.600

    19.400

    10

    15.000

    16.150

    17.350

    18.600

    19.400

    11

    15.350

    16.500

    17.700

    18.950

    19.900

    12

    15.350

    16.500

    17.700

    18.950

    19.900

    13

    15.700

    16.900

    18.100

    19.300

    20.300

    14

    15.700

    16.900

    18.100

    19.300

    20.300

    15

    16.050

    17.250

    18.450

    19.650

    20.700

    16

    16.050

    17.250

    18.450

    19.650

    20.700

    17

    16.400

    17.650

    18.850

    20.000

    21.100

    18

    16.400

    17.650

    18.850

    20.000

    21.100

    19

    16.750

    18.000

    19.200

    20.350

    21.500

    20

    16.750

    18.000

    19.200

    20.350

    21.500

    21

    17.100

    18.350

    19.600

    20.700

    22.000

    22

    17.100

    18.350

    19.600

    20.700

    22.000

    23

    17.450

    18.750

    19.950

    21.050

    22.600

    24

    17.450

    18.750

    19.950

    21.050

    22.600

    25

    17.800

    19.100

    20.350

    21.400

    23.200

    26

    17.800

    19.100

    20.350

    21.400

    23.200

    27

    18.300

    19.600

    20.700

    21.950

    23.800

     

    •  In Bijlage V. Overzicht van de verloven en afwezigheden, de administratieve toestand en de geldelijke en administratieve gevolgen worden de ontbrekende verloven en afwezigheden toegevoegd:

     

    Bijlage V. Overzicht van de verloven en afwezigheden, de administratieve toestand en de geldelijke en administratieve gevolgen

     

     

    Benaming van het verlof of de afwezigheid

     

     

    Administratieve toestand

     

    Recht op salaris

     

    Aanspraak op periodieke salaris-verhoging

     

    Recht op schaal-anciënniteit

     

    Recht op de loopbaan

    Jaarlijkse vakantiedagen

    (art 258-260)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Feestdagen

    (art. 261)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Moederschaps-verlof

    (art. 262-263)

    dienstactiviteit

     

    ja

     

    ja

     

    ja

     

    ja

    Vervangend geboorteverlof (art. 264)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Opvangverlof

    (art. 265)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Opvangverlof

    Pleegzorgverlof

    Pleegouderverlof

    (art. 265)

    dienstactiviteit

     

    Ja, deels aan 82%

    niet begrensd

    ja

    ja

    ja

    Ziekteverlof bij statutairen

    (art.266-272)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit

    (art. 276-277)

    disponibiliteit

    nee, vervangen door wachtgeld

    ja

    ja

    ja

    Disponibiliteit wegens ambtsopheffing

    (art.278-279)

    disponibiliteit

    nee, vervangen door wachtgeld

    ja

    ja,  beperkt tot 1 jaar (toepassing art. 112 RPR)

    ja

    Onbetaald verlof als gunstmaatregel

    < 1 maand of deeltijds

    (art.280-281)

    dienstactiviteit

    nee

    ja, want deeltijds niet relevant voor de geldelijke anciënniteit

    ja

    ja

    Onbetaald verlof als gunstmaatregel volledige schorsing

    (art.280-281)

    non-activiteit

    nee

    nee

    ja, beperkt tot 1 jaar (toepassing art. 112 RPR)

    ja

    Omstandigheids-verlofart.

    (art.284)

    dienstactiviteit

    ja, deels 82% - geboorteverlof begrensd

    ja

    ja

    ja

    Onbetaald verlof als recht voltijds (art.285-286)

    dienstactiviteit

    nee

    ja

    ja beperkt tot 1 jaar (toepassing art. 112 RPR)

    ja

    Onbetaald verlof als recht deeltijds (art.285-286)

    dienstactiviteit

    nee

    ja

    ja

    ja

    Dienst-vrijstellingen

    (art.352-366)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Afwezigheid zonder toestemming vooraf of kennisgeving

    (art.255)

    non-activiteit

    nee

    nee

    nee

    ja

    Idem als supra met overmacht

    (art. 255)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Georganiseerde werkonderbreking((art.256)

    dienstactiviteit

    Niet voor de duur van de werkonderbreking

     

    ja

    ja

    ja

    Andere verloven

     

    Benaming van het verlof of de afwezigheid

     

    Administratieve toestand

    Recht op salaris

    Aanspraak op periodieke salarisverhoging

    Recht op schaal-

    anciënniteit

    Recht op loopbaan

    Vlaams Zorgkrediet

    voltijds

    (art. 287-290)

    dienstactiviteit

    nee

     

     

    ja

     

     

    ja beperkt tot 1 jaar (toepassing art. 112 RPR)

     

     

    ja

     

     

    Vlaams Zorgkrediet

    deeltijds

    (art. 287-290)

    dienstactiviteit

    nee

    ja

    ja

    ja

    Thematische verloven voltijds

    (art. 291-311)

    dienstactiviteit

    nee

    ja

    ja beperkt tot 1 jaar (toepassing art. 112 RPR)

    ja

    Thematische verloven deeltijds

    (art. 291-311)

    dienstactiviteit

    nee

    ja

    ja

    ja

    Politiek verlof

    (art. 337-346)

    Zoals decretaal bepaald: in sommige gevallen non-activiteit, in andere gevallen dienstactiviteit

    nee

     

    ja

     

    Indien voltijds, ja beperkt tot 1 jaar;

    indien deeltijds, dan loopt schaal-

    anciënniteit door op basis van deeltijdse prestaties

    Niet uitdrukkelijk bepaald → afhankelijk van gelijkstelling met dienst-activiteit

    Profylactisch verlof

    (art. 347)

    dienstactiviteit

    statutair:

    ja

    ja

    ja

    ja

    Verlof voor verminderde prestaties wegens arbeidsongeval of na de consolidatie

    (art.348)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

    Vakbondsverlof

    (art. 349-351)

    dienstactiviteit

    ja

    ja

    ja

    ja

     

     

     

Team Financieel Management

  • Artikel 1: Goedkeuring te verlenen om de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk met kohierartikel nummer 524110000882 aan te passen naar 300,00 euro voor twee bedelingen en het overige deel van de belasting van 150,00 euro als onverhaalbaar te beschouwen wegens een ten onrechte gevestigde belasting op basis van een verantwoordingsstuk van de firma 'Fabrimode'.

  • Artikel 1: Het bestek met nr. SVG/2022/110 en de raming voor de opdracht “vernieuwing Google-platform”, opgesteld door team Financieel Management worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 61.983,47 excl. btw of € 75.000,00 incl. 21% btw.

    Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

    Artikel 3: Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
    - G-COMPANY BELGIE, Schaliënhoevedreef 20T te 2800 Mechelen;
    - Localyse Belgium, Prins Boudewijnlaan 41 te 2650 Edegem;
    - DE CRONOS GROEP HQ, Veldkant 33A te 2550 Kontich;
    - CEGEKA GROEP HASSELT CORDA NV, Kempisch Steenweg 307 te 3500 Hasselt;
    - Cloudmen, Mechelsesteenweg 271 te 2018 Antwerpen.

    Artikel 4: De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 13 juni 2022 om 10.00 uur.

    Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2022, op budgetcode 6140200/IO/0119/01 (actie/raming AC000156/MJP000207) en in het budget van de volgende jaren.

    Artikel 6: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Team Informatie & Communicatie

  • Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen beslist om "voor het gecentraliseerd WIFI netwerk voor burgers en medewerkers" licenties voor 5 jaar aan te kopen bij Driezen IT.

    Artikel 2: De totale gunningsprijs bedraagt 37.371,29 euro inclusief BTW, wat een meerkost is van 1.344,59 euro.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:

    Team Informatie & Communicatie

    Team Financieel Management

    Driezen IT

  • Artikel 1: Kennisname van het feedbackrapport van de kwartaalrapportering 1 van 2022 waarvan het detail in bijlage wordt toegevoegd.

  • Artikel 1: Goedkeuring van de opbrengsten van 2022001715 tot en met 2022001855.

  • Artikel 1: Goedkeuring van de kosten van 29 april 2022 tot en met 5 mei 2022.

  • Artikel 1: Goedkeuring van de bestellijst exploitatie van 9 mei 2022.

    Artikel 2: Goedkeuring van de bestellijst investering van 9 mei 2022.


Publicaties